Ambt & Heerlijkheid 147, jaargang 51, mei 2005

60 JAAR VRIJHEID

 

Laat nu al wat Neerland heet, 
Wat zich met die naam durft noemen,
Al die velden, geel van bloemen,
Weiden in het wit gekleed,
Waar de leeuwerik vol vuur 
stijgende in het hemelsblauwe. . . .

 

Met het bovenstaande gedeelte uit de rijmprent van Bertus Aafjes, opgedragen aan de jeugd kort na de oorlog, wordt een gevoel van dankbaarheid en optimisme over de herwonnen vrijheid treffend weergegeven. De leeuwerik is hier de heraut met de bazuin.

 

In de zestig jaren die inmiddels achter ons liggen heeft deze uitbundigheid plaatsgemaakt voor meer bescheiden reacties. Immers oorlog en vrede zijn manifest gebleven op onze planeet. Dit neemt niet weg dat het inzetten voor vrede en veiligheid niet mag verslappen, zeker ook in de richting van de jongere generaties.

 

In dit kader herinner ik mij nog hoe wij als jongeren in 1952 bijeenkwamen in een stampvolle Pieterskerk in Leiden. Wij werden toegesproken door koningin Juliana, die het thema vrede en vrijheid aan de orde stelde. De bijeenkomst werd afgesloten met het zingen in canon van het Dona nobis Pacem (geef ons vrede). Eveneens was 1952 het jaar waarin voor het eerst de Nobelprijs voor de vrede werd uitgereikt.De keuze viel op Albert Schweitzer, een pacifist van het eerste uur (‘Heb eerbied voor het leven’).

 

Het zou niet moeilijk zijn om in deze periode van zestig jaar nog vele momenten te memoreren, die met dit onderwerp te maken hebben. Talrijke monumenten en erevelden markeren deze periode, met als doelstelling ook dit historisch erfgoed levend te houden. Historische verenigingen kunnen zo ook hun specifieke bijdragen leveren. Dus heeft de redactiecommissie van Ambt & Heerlijkheid zich afgevraagd waar zij het accent nu zou kunnen leggen. Zonder aan Leo Vroman te denken (Kom vanavond met verhalen dat de oorlog. is verdwenen … ) kwamen wij bij het verhaal uit. Er is naar gestreefd uit de gemeente Rozendaal en de gemeente Rheden met haar verschillende kerkdorpen verhalen, te verzamelen uit de oorlogsperiode met een sterk persoonlijk element daarin. Wij denken dat dit redelijk gelukt is. De artikelenreeks volgt de route van onze bevrijders. Als een rode draad lopen de begrippen spanning, angst, vreugde en verdriet, ontroering, dood en leven door deze verhalen heen. Wij hopen dat daarmee de boodschap overkomt, dat vrede en vrijheid geen vanzelfsprekende begrippen zijn, maar betrokkenheid en inzet vereisen.

 

Terugkerend naar de zang van de leeuwerik in het begin, maar nu versterkt met merel, kievit en duif (met het groene twijgje in zijn bek), vormen zij een levend kwartet, waarmee de zang over vrede en vrijheid fluitend gaande gehouden kan worden.

 

Co de Bruijn